Informatie / Zonnestraling en UV

Zonnestraling is de bron van vrijwel alle weersverschijnselen. Het zonlicht verwarmt het aardoppervlak, dat de warmte weer afgeeft aan de lucht. De hoeveelheid straling verschilt per seizoen, daglengte en bewolkingsgraad. Ook de stand van de zon en de aanwezigheid van stof of vocht in de lucht spelen een rol.

Zonkracht (UV-index) – geeft aan hoeveel ultraviolette straling het aardoppervlak bereikt en hoe snel de huid kan verbranden.
Directe straling – zonlicht dat zonder verstrooiing op de aarde valt, zorgt voor warmte en schaduwvorming.
Diffuse straling – zonlicht dat door wolken of de atmosfeer wordt verspreid en voor een gelijkmatiger licht zorgt.
Zonuren – het aantal uren per dag dat de zon zichtbaar is en direct meetbaar bij weerstations.

Samen bepalen deze factoren hoeveel energie het aardoppervlak ontvangt. Hoge zonkracht vraagt om bescherming tegen UV-straling, terwijl lage stralingswaarden in de winter zorgen voor minder opwarming en vitamine-D-aanmaak.

bron: knmi / rivm / weerstation tiel