Vorst ontstaat wanneer de temperatuur onder het vriespunt zakt en water bevriest. Er is sprake van grondvorst als de temperatuur dicht bij het aardoppervlak onder nul komt, ook al blijft het iets boven nul op 1,5 meter hoogte. Luchtvorst treedt op wanneer ook de gemeten luchttemperatuur negatief is.Sneeuw ontstaat in wolken waar waterdamp direct overgaat in ijskristallen. Deze klonteren samen tot vlokken en bereiken als de luchtlaag boven de grond koud genoeg is ongesmolten de aarde. Bij dooi aan het oppervlak ontstaat natte sneeuw.Ijzel is onderkoelde regen die bij contact met koude ondergrond direct bevriest en een gladde ijslaag vormt. Ook opvriezing na regenval kan gevaarlijke situaties opleveren.
Vorstperioden beïnvloeden verkeer, scheepvaart en landbouw. Aanhoudende kou kan rivieren doen dichtvriezen, maar ook leidingen of auto’s beschadigen.
bron: knmi / weerstation tiel